Lieren
Paragliding is van oorsprong ontstaan in de bergen, maar ook boven het platte land van Nederland kan je vliegen met een paraglider. Action Paragliding heeft meerdere tweetrommellieren met op iedere trommel minimaal 1300 meter sleepkabel.
De piloot wordt door middel van een lier tot flinke hoogte opgetrokken (200 tot 400 meter), koppelt los en begint aan zijn vrije vlucht. Dat kan een glijvlucht zijn van een paar minuten, maar ook een thermiekvlucht van meer dan een uur waarbij flink hoogte wordt gewonnen.
Duinsoaren
Alles wat in de lucht hangt en zwaarder is dan lucht, komt vanzelf naar beneden. Een paraglider kan zonder hulpmiddelen niet langdurig in de lucht blijven. Je kunt alleen maar lang blijven vliegen door in een luchtmassa te zweven die harder omhoog gaat dan dat je paraglider zakt.
Stijgende lucht vind je in een thermiekbel, maar ook bij een groot obstakel (berg, heuvel, duin). Als de wind tegen zo’n groot obstakel blaast, dan moet de lucht omhoog. Als de aanstromende lucht mooi gelijkmatig is, dan kan je met een paraglider ook in de omhoog gerichte luchtstroom blijven hangen. Dit noemen we soaren.
Bij een westelijke wind kan in Nederland op een aantal plaatsen langs de kust gebruik worden gemaakt van de wind die tegen de duinen omhoog stroomt. In die wind kan je met een paraglider prachtig zweven, net als de zeemeeuwen. Het is op bepaalde locaties, bij de juiste windrichting en -snelheid, zelfs mogelijk om tochten te vliegen van tientallen kilometers.
Duinsoaren is echt een aparte tak van onze sport. Het soaren zelf is niet moeilijk, maar de bijbehorende groundhandling met hardere wind is dat wel. Het is daarvoor van belang om, voor je met duinsoaren begint, eerst een gerichte training te doen.
Bij de KNVvL is meer informatie over het soaren in Nederland te vinden.